Low-code of no-code?
Bedrijven zijn voortdurend op zoek naar snellere en efficiëntere manieren om software te bouwen. Deze zoektocht heeft geleid tot de opkomst van low-code en no-code ontwikkelplatforms. Zij stellen organisaties in staat om applicaties te creëren met minimale inspanning. Deze platforms worden wel een revolutie in softwareontwikkeling genoemd. Maar wat onderscheidt ze van elkaar, en hoe kun je bepalen welke het beste bij jouw behoeften past? Laten we duiken in de belangrijkste verschillen tussen low-code en no-code.
Wat is low-code?
Low-code ontwikkelplatforms zijn ontworpen om de applicatieontwikkeling te versnellen. Ze bieden een grafische gebruikersinterface waarbinnen de code gegenereerd wordt. De applicaties gebruiken dus heel weinig handmatige code (high-code, zoals JavaScript of C#). Low-code platforms bieden meestal een flink aantal componenten, sjablonen en integraties die het ontwikkelproces stroomlijnen.
Belangrijkste kenmerken van low-code platforms
Visuele ontwikkeltools: drag-and-drop interfaces en visuele modelleringshulpmiddelen die ontwikkelaars helpen om applicaties snel te ontwikkelen en te wijzigen.
Herbruikbare componenten: vooraf gebouwde modules en sjablonen die kunnen worden aangepast en hergebruikt in verschillende applicaties.
Integratiemogelijkheden: ingebouwde connectoren voor de integratie met externe services, databases en API’s.
Aangepaste code: enige handmatige codering kan nodig zijn voor complexe functionaliteit. Deze code wordt geïntegreerd in de eindoplossing en biedt meer flexibiliteit en controle.
Wat is no-code?
Een no-code platform laat gebruikers de applicaties volledig ontwikkelen met behulp van visuele tools en vooraf gebouwde sjablonen. Zij hoeven geen letter code te (kunnen) schrijven.
Belangrijkste kenmerken van no-code platforms
Drag-and-drop interface: applicaties ontwerpen door elementen naar een canvas te slepen en neer te zetten.
Vooraf gebouwde sjablonen: kant-en-klare sjablonen en workflows die gebruikers kunnen aanpassen aan hun behoeften.
Automatiseringen: ingebouwde automatiseringstools voor taken zoals gegevensverwerking en gebruikersmeldingen.
Beperkte aanpassing: minimale mogelijkheden om aangepaste code toe te voegen of complexe integraties uit te voeren.
Verschillen tussen low-code en no-code
Hoewel zowel low-code als no-code platforms gericht zijn op het vereenvoudigen van het ontwikkelproces, richten ze zich op verschillende gebruikersgroepen en projectvereisten.
Type gebruiker: low-code richt zich op professionele ontwikkelaars, IT-teams en ondernemingen die op zoek zijn naar schaalbare, aangepaste applicaties. No-code richt zich meestal op zakelijke gebruikers, citizen developers, startups en ondernemers die snel MVP’s willen lanceren.
Aanpassing & flexibiliteit: low-code staat handmatige code toe, waardoor het geschikt is voor complexe applicaties, terwijl no-code vaak volledig visueel is en beter past bij eenvoudige tot middelgrote applicaties.
Ontwikkelsnelheid: ontwikkelen in low-code gaat vlot, maar vaak is no-code nog sneller, met name als je voldoende hebt aan kant-en-klare sjablonen en componenten.
Complexiteit: low-code kan complexe applicaties aan, terwijl no-code het beste is voor eenvoudige tot middelgrote applicaties.
Wanneer te gebruiken: low-code vs. no-code
De keuze tussen low-code en no-code platforms hangt af van je specifieke behoeften en doelen. Overweeg wat je wilt bereiken met de software, wie de ontwikkelaars zullen zijn (hebben ze enige programmeerkennis?), hoe complex en groot het probleem is dat je wilt oplossen, en of er aangepaste integraties nodig zijn.
Het wordt aanbevolen om low-code te gebruiken wanneer de applicatie, of ten minste enkele van de applicaties die je wilt bouwen, complex zijn en integraties vereisen. Low-code platforms presteren vaak beter dan no-code oplossingen als apps fors opgeschaald moeten worden.
Waar past OutSystems?
OutSystems is een toonaangevende speler in de low-code markt. Ze bieden een uitgebreide oplossing die de voordelen van low-code ontwikkeling combineert met robuuste mogelijkheden voor het omgaan met complexe applicaties.
OutSystems gebruikt een visuele drag-and-drop ontwikkelomgeving die het gemakkelijker maakt om snel applicaties te bouwen. Het platform is geschikt voor zowel robuuste zakelijke applicaties die in een browser draaien, als mobiele apps. De beroemde one-click deployment knop compileert het werk van de ontwikkelaars naar de DEV-omgeving en waarschuwt voor onjuiste code, ontbrekende afhankelijkheden en andere fouten. Van daaruit kan de code naar een test-, acceptatie- en productieomgeving worden gestuurd. Dit wordt meestal handmatig gedaan, maar CoolProfs heeft een SDLC-Suite ontwikkeld voor OutSystems 11 die het hele proces kan automatiseren.
Een andere sterke eigenschap van OutSystems ligt in de integratiemogelijkheden. Het platform heeft ingebouwde connectoren voor verschillende externe databases, services en API’s.
AI-gestuurde ontwikkeling
Hoewel OutSystems 11 al veel slimme tools gebruikt voor het optimaliseren van de codekwaliteit, maakt ODC (OutSystems Developer Cloud) nog meer gebruik van AI, waardoor de ontwikkelsnelheid en efficiëntie worden verhoogd.
Ontwikkelaars kunnen nu Mentor gebruiken om (basis)applicaties te maken vanuit een eenvoudige prompt. Het is zelfs mogelijk om een eisen document op te nemen. AI biedt ook voorspellende inzichten die ontwikkelaars helpen potentiële problemen te voorzien en de prestaties te optimaliseren.
En hoe zit het met standaard software?
Natuurlijk is er ook commerciële kant-en-klare software. De case voor bijvoorbeeld Adobe Photoshop is duidelijk: niemand wil dat zelf bouwen. Maar wat dacht je van SAP, SalesForce, of een commercieel beschikbare oplossing voor jouw marktsegment?
Enkele voordelen zijn:
- Snelheid: standaard software kan direct geïmplementeerd worden.
- Kosteneffectiviteit: voor algemene behoeften zijn deze oplossingen niet duur.
- Onderhoudsgemak: omdat dit meestal de verantwoordelijkheid van de leverancier is.
Maar enkele nadelen zijn:
- Beperkte aanpassingen: standaard software mist vaak de flexibiliteit om zich aan te passen aan jouw unieke bedrijfsprocessen.
- Afhankelijkheid van leveranciers: je bent afhankelijk van de leverancier voor updates, bugfixes en ondersteuning.
- One-Size-Fits-All benadering: standaard software moet aan ieders behoeften voldoen. Specifieke functionaliteit kan ontbreken, of er zijn juist teveel mogelijkheden.
Er is nog een overweging die ik wil noemen: zodra een organisatie een low-code platform heeft, worden veel processen gecentraliseerd binnen het platform. Dit voorkomt dat allerlei softwareoplossingen van verschillende leveranciers nodig zijn. Of nog erger, een wildgroei aan Excel bestanden. De kosten van het platform moeten toch betaald worden, dus kun je er beter maximaal gebruik van maken!
Conclusie
Hoewel er voordelen zijn aan zowel low-code als no-code, denken we dat één platform eruit springt. En dat is OutSystems. Okee, we zijn bevooroordeeld: CoolProfs is de meest ervaren OutSystems-partner van Nederland.
Wij weten dus als geen ander dat OutSystems de flexibiliteit, schaalbaarheid en integratiemogelijkheden biedt die nodig zijn voor complexe zakelijke toepassingen. De nieuwste versie, ODC, biedt AI-gestuurde ontwikkeling en nog betere schaalbaarheid. Daarom kan dit platform de beste keuze zijn voor bedrijven die op zoek zijn naar maatwerk softwareoplossingen.